Verhaal in Extaze

Vorig jaar schreef ik een synopsis voor een denkbeeldige film als opdracht voor een schrijfcursus. In de weken daarna  werkte ik het uit tot een kort verhaal met de titel: Speak How You Feel.
Ik ben trots en blij dat literair tijdschrift Extaze dit verhaal binnenkort op hun website gaat plaatsen. Dit zal zo rond 1 februari gebeuren, nog even geduld dus. Link volgt!

Gierik & NVT nummer 136

Vorig jaar schreef ik een erotisch verhaal over een hoogbejaarde dame met de titel ´Zico.´ Haar ontdekkingstocht door ruimte en tijd is nu gepubliceerd in Gierik & NVT,  tijdschrift voor literatuur.  Ik ben heel blij met deze publicatie. Ziet er puik uit met een prachtige illustratie en ik dank hier graag Gierik voor het publiceren van deze bizarre maar wonderschone vertelling.

Boekpresentatie De Kalahari Roos

Op een winderige en enigszins zwoele avond, in het pand van de Social Impact Factory midden in de stad Utrecht, vond op 29 juni de lancering van uitgeverij EroScripta en de presentatie van mijn verhalenbundel ‘De Kalahari Roos’ plaats.

Het publiek was divers en onder de aanwezigen telden we één van Nederlands eerste pornografen en auteur van ‘De Condoom Vertellingen’ Willem van Batenburg (tevens regisseur van de eerste avondvullende Nederlandse erotische film Pruimenbloesem). Ook Hans Jacobs, oud-journalist en zelf auteur van prachtige boekjes (Walhalla) en Odile Schmidt (auteur, dichter en schrijfcoach bij Schrijven Online) maakten hun opwachting, evenals de eroticist die onder het pseudoniem ‘Mahotsukai’ zelf prachtige verhalen maakt en de inleiding tot de Kalahari Roos schreef. Verder Priscilla Van, eigenaresse van  een ‘classy’ erotische winkel in Zwolle en verschillende dichters en schrijvers die zijn aangesloten bij EWA (erotic writers and artists).
Ik werd gepresenteerd als de controversiële auteur Emanuel Claessens, die met deze eerste publicatie in het genre erotisch surrealisme de toon zet voor de richting die uitgeefster Liza Daen met EroScripta op wil.
Odile Schmidt schreef het voorwoord voor mijn boek en las dit als introductie persoonlijk voor. ‘Er gebeurt meer dan erotiek alleen,’ zei ze. ‘De Kalahari Roos’ is volgens haar: ‘Een frisse duik in het onderbewuste en een heldhaftig wegjagen van taboes.’
Toen was ik aan de beurt om een verhaal uit mijn bundel voor te lezen. Het was moeilijk een keuze te maken en uiteindelijk werd het ‘Ruitenboer.’  Elk verhaal heeft zo zijn eigen uitdaging; in ‘Ruitenboer’ staat bijvoorbeeld een Poolse zin die uiteraard foutloos uitgesproken moest worden…. Je zag de aanwezigen denken: ‘Bestaat die mysterieuze Poolse dame nu echt of leeft zij alleen in de fantasie van de man die haar aanbidt?’ Een man die alles voor haar over heeft, zelfs het zoeken naar een oorbel in de afvalcontainers onderin een enigszins verlopen flatgebouw? ‘Zoek in het afval Leon. Alleen daar kun je iets van waarde vinden. Het gaat om de moeite die je voor mij wilt doen. Alleen daarom.’
Na het voorlezen – vanaf een e-reader – had het publiek gelegenheid tot vragen stellen aan de uitgever en mijzelf. De vragenronde leidde tot een boeiende discussie over het huidige lees- en publicatie klimaat in Nederland. De aanwezigen constateren dat er nog te weinig aandacht is voor Nederlandstalige erotica-auteurs. Onbekend maakt onbemind. Uitgevers nemen weinig risico en houden het vaak bij de grote vertaalde kaskrakers zoals 50 tinten. Literotica op haar beurt wordt al snel geassocieerd met pornografische lectuur en daarmee afgekeurd. Zonde, constateren wij, want er zijn zeer goede auteurs van erotica te vinden die absoluut de moeite lonen ze te lezen.
EroScripta verwacht binnen enkele weken Liza Daen’s derde bundel ‘Lustkronieken 3’ te lanceren en in het najaar twee werken van nog niet nader geïdentificeerde auteurs.
Met deze lancering is de kop eraf. Een geslaagde start van Eroscripta en een prima avond, die zeker vraagt om een vervolg.

Lees het verslag van Odile Schmidt hier!

De Kalahari Roos – De Inleiding

Begin mei 2017 is de verhalenbundel ‘De Kalahari Roos’ onder mijn naam Emanuel Claessens verschenen bij Uitgeverij Eroscripta. Collega verhalenschrijver Mahotsukai schreef een prachtige inleiding tot het boek, die ik hier graag deel. 

Inleiding: door Mahotsukai

Aan het begin van de twintigste eeuw schreef de Oostenrijkse toneelschrijver Hugo Hofmannsthal een bewerking van de klassieke tragedie Elektra. Het stuk veroorzaakte een schandaal. De belangrijkste oorzaak daarvan lag in Elektra’s beweegredenen voor haar Atridische wraak. Niet langer werden die, zoals traditioneel het geval was, geregisseerd door de goden, maar ze kwamen voort uit haarzelf. (…) de woede en de lust: de vrouw als zelfbewust handelende in plaats van lijdzaam ten onder gaande figuur, een vrouw van sterke, ontembare passie.

Hofmannsthal schreef het stuk in een periode waarin de man in een identiteitscrisis verkeerde. De industrialisatie en de opkomst van machines had een mantel van overbodigheid over de mannelijke spierkracht gedrapeerd. Die leemte dompelde de man niet alleen in een poel van vertwijfeling en radeloosheid, maar bood vrouwen ook een podium om zich met een nieuw zelfbewustzijn aan de wereld te presenteren. Dat was precies wat Elektra deed.

Lilith with a Snake, 1886, John Collier

De personages die Emanuel Claessens in dit boek ten tonele voert lijken uit die periode afkomstig. De vrouwen zijn in de meeste gevallen jong en zelfbewust, niet zelden met rood haar om hun passie en energie te onderstrepen. Hun agenda is soms dubbel en obscuur, en het heeft er alle schijn van dat ze geen man nodig hebben om die te bepalen. Claessens’ mannen daarentegen zijn op het eerste gezicht zoekende. Ze hebben zich neergelegd bij hun afhankelijkheid van zelfbewuste en soms dominante vrouwen, maar dreigen ten prooi te vallen aan hun eigen radeloosheid. Het lijken getormenteerde zielen, die voortdurend worstelen met de vraag hoeveel opoffering van lijf en geest er nodig is om hun zelfvertrouwen te herwinnen. Ze zoeken naar de zin van het bestaan in de soms destructieve interactie met een sterke vrouw.

Maar in de verhalen is weinig zoals het op het eerste gezicht lijkt. Het zou te eenvoudig zijn te stellen dat afhankelijkheid hier eenzijdig is, of dat twijfel gelijk staat aan zwakte. Welbeschouwd is er in Claessens’ erotische verhalen sprake van een delicaat evenwicht van wederkerigheid; in al hun jeugdige energie en prominente aanwezigheid hebben ook zijn vrouwen een toegewijde man nodig voor hun zelfverwerkelijking. Als die man, zoals de auteur het zelf zegt, ‘laat zien hoe graag hij haar ten koste van alles wil hebben’ en dat zelfbewust in praktijk brengt, is de weegschaal in balans.

Het karakter van Claessens’ vertellingen is uniek, ook in de erotische literatuur, en daarmee nauwelijks te categoriseren. Zijn verhalen hebben wortels in het surrealisme en het magisch-realisme, en Claessens speelt voortdurend met de scheidslijn tussen het fantastische en het alledaagse, tussen droom en werkelijkheid, tussen schoonheid en verval. Hij verzint geen nieuwe wereld maar onthult verborgen deuren in een vervreemdende omgeving. De dialogen dragen bij aan die vervreemding; ze zijn vaak aangenaam bizar en doen aan Tarantino denken. Niet zelden blijkt uit die dialogen een sterk onbegrip, en toch slagen de hoofdpersonen erin een intense interactie met elkaar aan te gaan. Claessens houdt ons een bewegende spiegel voor en wij, de lezers, moeten meebewegen om onze reflectie te kunnen blijven zien. Soms is het spiegelbeeld verontrustend, soms lachwekkend verwrongen, soms onscherp. Maar altijd zien we onszelf.

Een andere overeenkomst met het magisch-realisme is Claessens’ maatschappijkritische ondertoon. Alhoewel geen thema’s op zichzelf, zijn zaken als de teloorgang van het kapitalisme, de westerse decadentie in de Derde Wereld, de dubbele moraal van de kerk en de voortdurende aanwezigheid van ‘het systeem’ het decor waartegen de verhalen worden opgevoerd. Dat geeft een extra dimensie aan het leesgenot, net als de variatie in locaties. Ook hier schuwt Claessens het contrast niet. Hij voert de lezer met hetzelfde overtuigende gemak naar een winkeltje op de Rozenlaan als naar een graftombe in Saqqara, om hem vervolgens via de Afrikaanse savanne neer te laten strijken in de Oud Gereformeerde Kerk van Krabbendam. Claessens is er een meester in om die wisselende omgevingen, met veel oog voor detail, op een overtuigende manier te laten versmelten met de vervreemdende sfeer van zijn plots.

Ik zal eerlijk zijn. De eerste keer dat me een verhaal van Claessens onder ogen kwam was ik in de war. Net als bij Hofmannsthal’s publiek was mijn eerste reactie er een van verzet. Inmiddels weet ik dat dat kwam omdat ik uit balans werd gebracht. Dat onbehagen is nooit weggegaan, maar heeft een heel aangenaam karakter gekregen. En is dat niet het kenmerk van een goed schrijver, als die het de lezer op een plezierige manier ongemakkelijk maakt en laat nadenken over hoe dat komt?

De Kalahari Roos is een avontuur om te lezen. Het is geen avontuur voor de faint-hearted. De erotische verleiding in de verhalen is weliswaar een katalysator voor schikking of herschikking van intermenselijke relaties, maar dat maakt haar niet minder expliciet. Met dit werk verwerft Claessens zich wat mij betreft een bijzondere plek in de canon van de Nederlandse erotische literatuur.

-/\-

Mahotsukai schrijft erotica met een vleugje nostalgie en een snufje weemoed. Zijn verhalen zijn te lezen op mahotsukaistories.wordpress.com

Deus ex Machina nr 159

Begin dit jaar zat ik op een Afrikaans vliegveld te wachten op mijn vlucht naar huis en typte wat indrukken van de reis op mijn laptop. Uiteindelijk groeiden die impressies uit tot een verhaal over een oorlog die door drie hoofdpersonen op politiek, erotisch en spiritueel niveau wordt uitgevochten.  Ik ben trots en blij dat dit verhaal nu is gepubliceerd in het decembernummer (159) van Deus ex Machina, tijdschrift voor actuele literatuur uit binnen- en buitenland.
Het verhaal heet ‘7×7=´ en is nu te lezen in Deus ex Machina.

Bezoek aan Venus

Toen begin dit jaar bekend werd dat het stuk “Venus” in het Nieuwe de la Mar opgevoerd zou worden, waren de erotica schrijvers van EWA Nederland direct enthousiast en besloten we er een gezamenlijk uitje van te maken. Ik moet eerlijk zeggen dat ik geen verstand van toneel heb en eigenlijk nooit naar voorstellingen ga. Ik ben meer een muziekliefhebber en de laatste keer dat ik in dit theater was, was zelfs in de vorige eeuw. Een paar jaar geleden had ik het boek “Venus in Fur” van Leopold von Sacher-Masoch gelezen en daar is dit toneelstuk ook op gebaseerd. Ik had me daarom erg verheugd op deze voorstelling.

Het stuk begint eigenlijk al zodra we gaan zitten want het doek is open en we kijken naar een rommelige theaterstudio, waar een groene chaise longue een sensueel, vrouwelijk accent vormt, een zetel, een schelp, een troon, een Godin waardig. Vanaf het moment dat Thomas (Jeroen Spitzenberger) het toneel oploopt en gefrustreerd loopt te ijsberen en te mopperen omdat hij geen geschikte actrice kan vinden voor de rol van Vanda in zijn stuk, worden we meegenomen op een herkenbare zoektocht. Waar is hij eigenlijk naar op zoek? Een actrice? Een minnares? Een Godin? De stage presence van Georgina Verbaan als Vanda is verbluffend. Haar typering van een ordinaire actrice zonder cv, met alleen een rommelige sporttas vol props is tegelijk grappig en ontroerend, maar steeds intens.

Ik zit te wachten op het sleutelmoment, het moment dat zij gaat transformeren van een kansloze schoolverlater zonder diploma tot een Godin. Dat speciale moment komt zodra zij haar teksten uit het draaiboek van Thomas zijn toneelstuk begint uit te spreken. Onmiddellijk zit zij in haar dominante rol en het is prachtig om te zien hoe Thomas direkt meeverandert van een ontevreden toneelregisseur in een meegaande, schuchtere man. Geleidelijk wordt duidelijk waar voor mij het stuk om gaat: dat er een Godin zit in elke vrouw, een Godin die zich met name kan manifesteren als zij een man als slaaf heeft. De een kan niet zonder de ander bestaan en beide spelers zijn daarin gelijkwaardig, beide rollen ook. Het machtsspel is om van te smullen, we worden meegenomen in een spel van aantrekking, afstoting, het uit de eigen rol stappen en de aantrekkingskracht van dit spel tussen man en vrouw. Dit stuk gaat niet over seks. Het gaat niet over sm. Het gaat misschien niet eens over liefde. Het is een spel tussen hoogte en diepte, een dans van licht en donker, een spel waarin de onderdanige man niet het willoze speeltje van de vrouw is. Deze man en vrouw ambiëren veel meer, namelijk dat de macht hun gezamenlijke speeltje wordt. De eindscène waarin Vanda zich als de Godin Aphrodite aan Thomas manifesteert is erg sterk en laat ons allemaal verbijsterd achter. Bij de borrel na afloop merk ik pas hoezeer het stuk mij emotioneel en fysiek heeft aangegrepen. Ik heb wel een paar dagen nodig gehad om alles helemaal te verwerken. Een inspirerende toneelvoorstelling, gebaseerd op een prachtig thema. Hulde aan beide spelers!